Het VN-Vrouwenverdrag
Wat is het VN-Vrouwenverdrag ?
Op 18 december 1979 kwam tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie jegens vrouwen tot stand. Dit verdrag - in Nederland meestal aangeduid als het (VN-)Vrouwenverdrag - verplicht de lidstaten niet alleen alle vormen van discriminatie van vrouwen uit te bannen. Het gaat verder: op alle gebieden, in het bijzonder op politiek, sociaal, economisch en cultureel gebied moet beleid en wetgeving tot stand komen om de volledige ontplooiing en ontwikkeling van vrouwen te verzekeren, opdat hun mensenrechten en fundamentele vrijheden worden gewaarborgd.
Volgens de laatste opgave (april 2003) zijn inmiddels 173 landen partij bij het Verdrag, dat wil zeggen 90% van de lidstaten van de Verenigde Naties.
Teksten van het Verdrag en het Facultatief Protocol
Verdrag
(1979) werd gepubliceerd in het Tractatenblad 1980, 61.
De Engelse en Franse tekst zijn gepubliceerd in het Tractatenblad 1980, 146.
Engelse tekst online: Convention on the Elimination of All Forms of Discrimination Against Women (1979).
Franse tekst online bij het CEDAW: Convention sur l'élimination de toutes les formes de discrimination ŕ l'égard des femmes (1979).
Facultatief Procol (inzake een klachtrecht voor individuen en groepen bij verdragsschendingen)
Het Verdragscomité, het CEDAW
Het toezicht op de naleving wordt uitgeoefend door een speciaal verdragscomité, het Committee on the Elimination of Discrimination Against Women (CEDAW). Landen die partij worden bij het verdrag moeten binnen een jaar aan dit comité een eerste verslag uitbrengen over de mate waarin het verdrag door hen wordt nageleefd. Daarna wordt in beginsel vierjaarlijks gerapporteerd, of zoveel vaker als het comité daarom vraagt.
Het CEDAW heeft een eigen website, waarop zeer veel informatie is te vinden.
Nederland en het VN-Vrouwenverdrag
Het Koninkrijk der Nederlanden (Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba) is sinds augustus 1991 partij bij het VN-Vrouwenverdrag tegen Discriminatie van Vrouwen.
Zie over de parlementaire geschiedenis: [PM]
Over de uitvoering wordt op twee manieren gerapporteerd:
- aan het Verdragscomité, het CEDAW
De eerste Nederlandse rapportage werd in november 1992 ingezonden. Deze werd door het CEDAW in januari 1994 besproken met een Nederlandse delegatie.
De tweede Nederlandse rapportage is in november 1998 ingezonden, twee jaar na de officiële termijn.
De derde Nederlandse rapportage is weer (vrijwel) op schema ingeleverd, dat wil zeggen in september 2000.
De Tweede Kamer heeft bij amendement in de goedkeuringswet voor het Verdrag (1991) vastgelegd dat de coördinerend bewindspersoon emancipatiebeleid met ingang van 1995 vierjaarlijks aan de beide Kamers der Staten-Generaal moet rapporteren over de uitvoering van het Verdrag.
De eerste nationale rapportage startte echter pas in 1996 en werd afgerond in 1998.
De tweede nationale rapportage is thans - voorjaar 2003 - in voorbereiding.
Facultatief Protocol inzake een klachtrecht voor individuen en groepen bij verdragsschendingen
Nederland heeft actief bijgedragen aan de totstandkoming van een facultatief protocol bij het Verdrag, dat individuen en groepen een klachtrecht geeft in geval van verdragsschendingen, waartegen een verdragsstaat niet of onvoldoende is opgetreden. Zie voor verdere informatie het aparte dossier over dit protocol (op emancipatie.nl)
|